Onderzoekers volgden meer dan 500 kinderen van hun derde tot elfde jaar. Ze analyseerden satellietbeelden om te concluderen hoeveel groen er in de omgeving van deze kinderen was. Om de twee jaar moesten kinderen ook een vragenlijst invullen met vragen over angst. Het blijkt dat kinderen die zich in een groenere omgeving bevinden minder last hadden van angstklachten dan hun leeftijdsgenoten in een grijzere omgeving. 

De onderzoekers wijzen er echter op dat meer groen in de omgeving niet dé oorzaak van minder angstklachten is. Ook hebben ze geen gegevens over hoe lang, hoe vaak en hoe de kinderen gebruikmaakten van de groene ruimte. Ze denken dat een groene omgeving stress vermindert, doordat kinderen meer tijd buiten doorbrengen en dus meer bewegen, of doordat ze minder schermtijd hebben.

Uit eerder onderzoek in Nederland is ook gebleken dat de pedagogische waarde van meer groen in de omgeving groot is. In Nederland wordt dat vaak niet meegenomen in de ruimtelijke ordening. Ali Karataş van het Nederlands Jeugdinstituut zegt daar het volgende over: “De natuur heeft een grote pedagogische waarde. Voor beslissingen in ruimtelijke ordening worden vaak maatschappelijke kosten-batenanalyses uitgevoerd, (mkba's). Wat kost het om natuur op te nemen in je plannen en wat levert het je op? Daarbij kijken de onderzoekers wel naar de opbrengst van natuur voor bijvoorbeeld recreatie. Maar het pedagogische effect op de ontwikkeling van kinderen telt nog weinig mee en dat is jammer.”