(Novum) - De wachtlijsten in de ouderenzorg kunnen heel eenvoudig bestreden worden door de zorgkantoren weer verantwoordelijk te maken voor het toekennen van een plek in een verzorgings- of verpleeghuis. Dat heeft een groot deel van de Tweede Kamer woensdag betoogd in een debat over de wachtlijstproblematiek.
Meer dan tienduizend ouderen staan momenteel op een wachtlijst omdat ze verkeerd staan geregistreerd. Tegelijkertijd zijn er wel voldoende plekken in verzorgings- en verpleeghuizen. PvdA, D66 en SP willen daarom de zorgkantoren, verantwoordelijk voor de zorg, weer het heft in handen geven bij het toekennen van een plek.
"Nu is het zo dat de eerste voorkeursaanbieder in naam van het zorgkantoor de wachtlijst beheert. Oftewel het zorgkantoor delegeert deze taak aan de zorgaanbieder. Wij willen daarvanaf", zei D66-Kamerlid Vera Bergkamp. "Kwetsbare ouderen blijven noodgedwongen thuis wonen, terwijl er misschien een paar kilometer verderop wel plaats is. Maar het verpleeg- of verzorgingshuis van hun eerste keus wijst ze daar niet op."
SP-Kamerlid Renske Leijten sloot zich bij het pleidooi aan. Ze zegt te hopen dat de staatssecretaris van Volksgezondheid Martin van Rijn (PvdA) weer de staatssecretaris van alle ouderen wordt. Ook PvdA-Kamerlid Otwin van Dijk denkt dat de problemen snel opgelost kunnen zijn. "Er is geld, er zijn plekken, fix it", was zijn boodschap aan de staatssecretaris.
"Het is zo simpel, zo onvoorstelbaar eenvoudig als je gewoon de moeite neemt te zeggen waar iemand naartoe kan", benadrukte CDA-Kamerlid Mona Keijzer. "Die tienduizend mensen moeten gewoon een brief krijgen waarin gezegd wordt: u heeft recht op een plek."
Aanleiding voor het debat is een onderzoek van televisieprogramma Nieuwsuur. Daaruit bleek vorige week dat ruim tienduizend ouderen onnodig op een wachtlijst staan. Het ministerie van Volksgezondheid noemde het in eerste instantie geen probleem, omdat deze ouderen uit eigen beweging wachten op een specifieke plek. Veel ouderen bleken echter helemaal niet te weten dat ze te boek staan als zogenoemde 'wenswachtenden'.