Er is een tekort aan tandartsen in Nederland en de komende jaren dreigt dat tekort alleen maar groter te worden. Om dat tekort tegen te gaan, zouden er jaarlijks 375 tandartsen moeten worden opgeleid. De instroom voor de opleidingen is echter door een numerus fixus beperkt tot 243. Vandaag werd bekend dat het kabinet overweegt om het aantal Tandheelkundestudenten dat jaarlijks afstudeert te vergroten door de opleiding met een jaar te verkorten. Meer studenten een zesjarige opleiding laten volgen zou te duur zijn.

Goedkoop is duurkoop, zegt Henri Lohr hierover. Samen met de andere opleidingen en het werkveld pleit hij er sterk voor om geen concessie te doen aan de kwaliteit van de tandartsopleidingen in Nederland. "Door de vergrijzing is het werk van de tandarts veranderd. De zorg wordt complexer en de oudere patiënt  heeft vaak verschillende medische problemen, waar rekening mee moet worden gehouden. Daarnaast ligt de nadruk steeds meer op preventie en gedragsverandering bij patiënten. Het werk van de tandarts is dus veel meer geworden dan goed kunnen boren. Meer dan ooit moet een tandarts medische kennis hebben, communicatief vaardig zijn en daarbij kunnen afstemmen met andere zorgverleners over patiënten die complexe zorg nodig hebben. Het is al een hele uitdaging om studenten hier in zes jaar tijd op voor te bereiden, laat staan in vijf jaar."

Als studenten klaar zijn met hun opleiding, kunnen zij na hun opleiding gelijk aan de slag. "Daarom is het ontzettend belangrijk om ze hier goed op voor te bereiden, zodat ze goed toegerust zijn om direct zelfstandig aan de slag te kunnen", zegt Lohr. Hij trekt de vergelijking met de opleiding tot (basis)arts, die ook zes jaar duurt. "En daarna volgen nog vele jaren tot specialisatie, voordat iemand als huisarts of medisch specialist zelfstandig de volle verantwoordelijkheid van de zorg op zich kan nemen."

Volgens de Europese opleidingseisen is een opleiding van vijf jaar toegestaan. En ja, in sommige andere landen is de opleiding een jaar korter dan in Nederland. "Maar dat zie je ook terug in de kwaliteit", zegt Lohr. "Er zijn de laatste jaren steeds meer tandartsen uit andere landen in Nederland. Het zijn goede tandartsen, maar het ontbreekt ze vaak aan de extra vaardigheden die Nederlandse tandartsen hebben. Ze zijn vooral gericht op patiënten beter maken en niet op preventie, samenwerking met andere specialisten en een goede wetenschappelijke onderbouwing van de behandelingen."

 

Het is noodzakelijk om meer Tandheelkundestudenten op te leiden om de tandheelkundige zorg in Nederland op peil te houden. "De oplossing is echter niet om de opleidingscapaciteit uit te breiden door de opleiding te verkorten", besluit Lohr. "Laten we blijven investeren in de kwaliteit van onze zorgverleners, zodat het niveau van onze tandheelkundige zorg blijft behoren tot de beste in de wereld.’