De oppositiepartijen SP, PvdA en GroenLinks willen dat Sanquin Plasma Products (SPP) in Nederlandse handen blijft. De inkomsten van deze producent van bloedplasmamedicijnen zijn teruggelopen doordat een grote klant is weggegaan. Daarom zoekt het bedrijf nu een nieuwe samenwerking, mogelijk met een buitenlandse partner. De partijen willen niet dat Nederland voor bloedplasmamedicijnen afhankelijk wordt van het buitenland. Dit soort medicijnen wordt steeds meer gebruikt en zou zelfs ingezet kunnen worden tegen Covid-19. Dit meldt Het Parool.
SPP, dat hoort bij bloedbank Sanquin, overweegt om in zee te gaan met het Franse farmaceutische staatsbedrijf LFB. SPP maakt bloedplasmamedicatie dat wordt gebruikt tegen onder andere afweerstoornissen en ontstekingen. De markt voor dit medicijn groeit elk jaar met ruim vijf procent.
Kamervragen over positie Sanquin Plasma Products
CDA Kamerlid Joba van den Berg heeft bij minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid navraag gedaan naar de financiën van SPP. Het ministerie liet vorige week weten dat Sanquin subsidie krijgt om bloedplasma te verzamelen in de zoektocht naar een geneesmiddel tegen Covid-19. Voordat SPP grote klant Takeda verloor droeg het voor meer dan de helft bij aan de jaaromzet van Sanquin. Die is 500 miljoen euro.
'We zouden wel gek zijn zo’n bedrijf in de verkoop te doen'
SP-Kamerlid Henk van Gerven pleit ervoor dat SPP in Nederlandse handen blijft: "De kans is reëel dat hiermee een medicijn tegen corona kan worden gevonden. We zouden wel gek zijn zo’n bedrijf in de verkoop te doen." GroenLinks is van mening dat de overheid eventueel financieel zou moeten bijdragen en als het aan PvdA-Kamerlid Lilianne Ploumen ligt, raakt Nederland medische kennis van SPP of de productie van medische materialen niet kwijt aan het buitenland.
Door: Nationale Zorggids