Jonge seniore mantelzorgers maken zich vaak zorgen over de manier waarop zij in de toekomst mantelzorg kunnen verlenen. Vijftigers en zestigers moeten weleens voor hun ouders zorgen, maar hebben tegelijkertijd ook kinderen of kleinkinderen om voor te zorgen, en een baan. Eén op de vier jonge senioren heeft niet duidelijk voor ogen wat hun mantelzorgtaken in de toekomst brengen, zo blijkt uit een peiling van ouderenorganisatie ANBO.
Doordat jonge senioren diverse zorgtaken met elkaar moeten combineren en daarnaast een baan hebben, kunnen ze overbelast raken. Overbelasting kan vervolgens leiden tot slechte zorg of ouderenmishandeling op lichamelijk, mentaal of financieel gebied.
“Zeker nu ouderen zo lang mogelijk thuis blijven wonen, zie je dat kinderen steeds meer mantelzorg verlenen aan hun ouders. Deze combinatie maakt dat deze groep extra risico loopt overbelast te raken. Hiervoor moeten we waken, want niemand is erbij gebaat als de mantelzorger overbelast raakt”, zegt Liane den Haan, directeur van de ANBO. Met ditzelfde probleem kampen tachtigplussers, die in de peiling aangaven soms wel meer dan veertig uur per week aan zorg voor een naaste te besteden.
Er zijn manieren voor een mantelzorger om overbelasting tegen te gaan. Zo is het belangrijk om tijdig grenzen aan te geven. Ook hebben gemeenten vaak mogelijkheden om mantelzorgers te ondersteunen en te ontlasten, tipt de ouderenorganisatie.
Door: Redactie Nationale Zorggids
