Het praktijkteam palliatieve zorg leidt tot landelijke verbeteringen. Incidentele problemen worden vaak gelijk afgehandeld. Meldingen over structurele knelpunten rond de inzet van palliatieve zorg, zoals de beschikbaarheid van hulpmiddelen of geestelijke verzorging thuis, worden gebruikt om te komen tot duurzame landelijke oplossingen. Sinds de start van het team in maart van dit jaar zijn al ruim 100 meldingen ontvangen. Dit meldt Rijksoverheid.
Staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid: “Mensen in de laatste fase van hun leven en de mensen die hen bijstaan met zorg moeten hun aandacht vooral kunnen richten op een waardig afscheid. Het laatste waar zij op zitten te wachten is een gevecht over waar, hoe en door wie de zorg in deze fase geleverd moet worden. Palliatieve zorg is dan ook een essentieel onderdeel van de gezondheidszorg.” Om die reden heeft hij twee jaar geleden het Nationaal programma palliatieve zorg ingesteld. Gisteren informeerde hij de Tweede Kamer over de voortgang.
Een belangrijk onderdeel van de aanpak is het praktijkteam. Dat team bestaat uit vertegenwoordigers van het ministerie van Volksgezondheid, verzekeraars, netwerken palliatieve zorg, het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en diverse mensen die werken in de dagelijkse praktijk van deze zorg. Zij werken samen, verzamelen knelpunten uit de praktijk en lossen die zo mogelijk op. Dat gebeurt in overleg met de betrokkenen en vaak op dagelijkse basis. Het praktijkteam heeft ook een publieksbrochure over de bekostiging van palliatieve zorg gemaakt.
Samen met verzekeraars wordt gekeken naar hoe de administratie voor het regelen van palliatieve zorg eenvoudiger kan. Ook is de staatssecretaris van plan om volgend jaar het apart afgeven van een indicatie voor palliatieve terminale zorg te schrappen, zodat de zorg die nodig is nog sneller kan worden geregeld. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) is bezig met een inventarisatie van resterende knelpunten in de bekostiging van palliatieve zorg.
Door: Redactie Nationale Zorggids