De overheid heeft diverse gefinancierde programma’s om eenzaamheid onder ouderen tegen te gaan. Maar volgens twee hoogleraren en een ouderenarts werken deze programma’s niet. Zij willen daarom dat er een andere aanpak komt. Dat meldt NRC.
Gemeenten bieden eenzame ouderen de mogelijkheid om te bellen met een hulplijn, of er komen vrijwilligers bij ouderen thuis. Hoogleraar sociologie Jenny Gierveld denkt dat zulke initiatieven juist averechts werken. Eenzame mensen trekken zich terug. Die pakken niet de telefoon om te vertellen dat ze eenzaam zijn, aldus Gierveld. Hoogleraar Joris Slaets sluit zich hierbij aan. “Als je mensen benadert met ‘u bent eenzaam’, dan ben je al verloren”, zegt Slaets. Volgens hem gaat georganiseerd en professioneel contact eenzaamheid niet tegen.
Contact is niet af te dwingen. Vooral niet bij mensen die nooit veel sociale contacten hebben opgebouwd in het leven, dan is dat op latere leeftijd lastig aan te leren, zegt ouderenarts Nienke Nieuwenhuizen. De drie professionals vinden allen dat iedereen zelf verantwoordelijk is voor het voorkomen van eenzaamheid op latere leeftijd. Om dat voor elkaar te krijgen moeten mensen veel eerder starten een band op te bouwen met anderen.
Ongeveer 8 procent van de Nederlanders is structureel eenzaam, waaronder veel ouderen. Ouderen zijn minder mobiel en hebben op latere leeftijd vaak te maken met het overlijden van vrienden en familie. De overheid wil dat ouderen langer thuis blijven wonen, maar gevreesd wordt dat dit alleen maar voor meer eenzame mensen zal zorgen. Om dit tegen te gaan trekt de overheid jaarlijks zo’n 150.000 euro uit aan samenwerking van zorg- en welzijnsorganisaties.
Door: Redactie Nationale Zorggids