Steeds meer ouderen doen een beroep op de huisartsenzorg. Bijna 60 procent van de doktersassistenten merkt in de huisartsenpraktijk een toename van de zorgvraag voor en door oudere patiënten. Dit blijkt uit een enquête die de NVDA, de Nederlandse Vereniging van Doktersassistenten, in mei 2016 hield onder haar leden. Bijna 1.000 doktersassistenten vulden de online vragenlijst in, meldt de vereniging.
De veranderingen in de zorg, met name in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), hebben gevolgen voor de zorg en hulp aan huis. Ouderen zoeken in toenemende mate hun toevlucht tot de huisartsenzorg met hun zorgvragen, zo signaleren doktersassistenten. Door minder hulp en zorg aan huis nemen gezondheidsrisico's. Ook medisch gerelateerde zaken komen in de knel, bijvoorbeeld het juiste gebruik en tijdig innemen van medicijnen.
De doktersassistenten kregen de vraag voorgelegd waarom zij denken dat ouderen vaker een beroep op de huisartsenzorg. Hierop antwoordden ze onder andere dat ouderen willen dat het tekort aan thuishulp wordt opgelost en vragen aan de huisartsenpraktijk om dit op te lossen. Eenzaamheid en isolement is een belangrijke factor, evenals het gebrek aan mantelzorgers of een sociaal netwerk. De NVDA vindt de resultaten van de enquête verontrustend en wil hiermee een signaal afgeven over dit groeiende maatschappelijke zorgprobleem.
92 procent van de ondervraagde doktersassistenten maakt mee (wekelijks tot maandelijks) dat patiënten afzien van een door de huisarts geadviseerd vervolgonderzoek of -behandeling. Volgens hen is de top 4 van niet opgevolgde adviezen/behandelingen: laboratoriumonderzoek, het afhalen van medicijnen, aanvullend onderzoek of op komen dagen bij doorverwijzingen naar bijvoorbeeld een fysiotherapeut of ggz-instelling. Ruim 75 procent van de ondervraagden geeft aan dat het zorgmijdgedrag even groot of zelfs toegenomen is ten opzichte van 2014. Doktersassistenten vermoeden dat het hogere eigen risico hiervan een belangrijke oorzaak is.
©Nationale Zorggids
