De combinatie van wandelen en krachtoefeningen heeft een positief effect op de lichamelijke conditie, het geheugen en het denkvermogen van dementerende ouderen en leidt tot verbetering van alledaagse activiteiten die bijdragen aan de kwaliteit van leven. Dat blijkt uit het onderzoek van bewegingswetenschapper Willem Bossers van het UMCG, die op 10 december promoveerde aan de Rijksuniversiteit in Groningen.
Lichamelijke inactiviteit bij dementerende ouderen komt vaak voor. Uit eerder onderzoek bleek dat slechts tien procent van deze ouderen één keer per jaar of vaker twintig minuten aaneengesloten beweegt. Bossers onderzocht welke effecten beweging kan hebben op zowel de lichamelijke als de geestelijke gezondheid bij dementerende ouderen van 75 jaar of ouder die in een verpleeghuis wonen. Hij ontwierp twee soorten beweegprogramma’s: een wandelprogramma van negen weken waarin deelnemers vier keer per week dertig minuten wandelden, en een combinatieprogramma waarin deelnemers twee keer per week dertig minuten wandelden en twee keer per week dertig minuten krachtoefeningen deden, zoals op de tenen staan, het been opzij en naar achteren bewegen en zittend op een stoel de benen strekken en buigen.
De combinatie van wandelen en krachttraining gaf het beste effect. Niet alleen verbeterde het uithoudingsvermogen, de beenkracht en de balans van deelnemers, ook traden er verbeteringen op in het geheugen, de herkenning van personen en in de concentratie. Dit leidde ertoe dat activiteiten in het dagelijks leven, zoals een boterham smeren of de jas aantrekken, gemakkelijker werden. Het positieve effect verdwijnt echter snel na beëindiging van een dergelijk beweegprogramma. Bossers onderstreept daarom het belang van beweging en krachttraining als vast onderdeel in de dagelijkse zorg voor ouderen met dementie.
© Nationale Zorggids