(Novum) - Het is niet duidelijk of de overheveling van de langdurige zorg, jeugdzorg en arbeidsparticipatie naar de gemeenten op 1 januari haalbaar is en verantwoord kan worden uitgevoerd. Dat zegt de Algemene Rekenkamer woensdag na onderzoek naar het effect van de maatregelen.
De rekenkamer kan niet vaststellen of het kabinet 'voldoende zekerheid kan bieden over een haalbare en verantwoorde decentralisatie voor de jeugdzorg de maatschappelijke ondersteuning en arbeidsparticipatie per 2015', zo luidt het oordeel. De rekenkamer pleit voor een extra controlemoment dit najaar en voor een tijdelijke organisatie die toeziet op de overheveling van de taken.
De kritiek is koren op de molen van oppositiepartijen GroenLinks en CDA. Zij maken zich al langer zorgen over de manier en snelheid waarmee de wetten in de Tweede Kamer zijn behandeld. Gemeenten hebben volgens hen maar een halfjaar de tijd om zich voor te bereiden.
"Dit gaat ten koste van de meest kwetsbare groepen in de samenleving", zegt CDA-Kamerlid Mona Keijzer. "De coalitie loopt met open ogen zo van de klif af." Het CDA wil de kwestie wel opnieuw aankaarten tijdens het debat hierover, komende week. Ook GroenLinks is kritisch. "Dit is het zoveelste signaal dat het mis dreigt te gaan met de overheveling van die taken", zegt fractievoorzitter Bram van Ojik, die niet begrijpt waarom het kabinet de aanbevelingen van de rekenkamer ter zijde schuift.
Minister van Binnenlandse Zaken Ronald Plasterk (PvdA), die de overheveling naar de gemeenten coördineert, liet de rekenkamer namelijk al weten niets te voelen voor een extra controlemoment in het najaar. Wel stuurt hij nog een voortgangsrapportage naar de Tweede Kamer. Verantwoordelijk staatssecretaris van Volksgezondheid Martin van Rijn (PvdA) laat weten zich achter het standpunt van Plasterk te scharen.