Bij het ouder worden verandert de samenwerking tussen verschillende hersengebieden, waardoor het cognitief functioneren wordt beïnvloed. Dit komt mogelijk door een vorm van compensatie door het brein. Dat blijkt uit een onderzoek van Linda Geerligs die de veranderingen in het verouderende brein onderzocht. Voor ouderen blijkt het lastig om informatie te negeren die niet van belang is. Hoe ouder iemand wordt, hoe moeilijker het wordt om niet afgeleid te worden. Dat meldt Artsennet.
In het brein zitten hersengebieden die met elkaar in verbinding staan. Deze samenwerkende hersengebieden vormen netwerken met een specifieke taak. Zo speelt het somatomotorische netwerk een belangrijke rol bij de tastzin en bij het plannen en uitvoeren van bewegingen. Het 'default mode' netwerk is echter vooral actief als mensen nadenken over zichzelf, hun verleden of wanneer ze plannen maken voor de toekomst. Dit netwerk wordt minder actief bij het uitvoeren van een taak. Net als de hersengebieden communiceren de hersennetwerken ook met elkaar, maar dat gebeurt in beperkte mate.
Geerligs ontdekte dat de samenwerking in de hersenen verandert bij het ouder worden. In vergelijking met jongeren hebben ouderen in twee hersennetwerken (het default mode netwerk en het somatomotorische netwerk) minder interne communicatie, terwijl de communicatie tussen alle vier gevonden hersennetwerken juist toeneemt. Volgens Geerligs betekent dit dat netwerken bij ouderen minder specifiek zijn. Geerligs vond ook aanwijzingen dat de afnemende samenwerking in de twee hersennetwerken samenhangt met een lagere reactiesnelheid en slechter geheugen van de ouderen.
Op dit moment is nog onbekend waarom hersennetwerken minder specifiek worden tijdens veroudering. Mogelijk is het een vorm van compensatie door het brein. Geerligs: 'Tijdens veroudering sterven hersencellen af waardoor hersennetwerken hun specifieke taak minder goed kunnen uitvoeren. Volgens de compensatietheorie neemt de communicatie tussen hersengebieden dan juist toe omdat hersennetwerken elkaar gaan ondersteunen bij het uitvoeren van hun taak.'
Ouderen kunnen tot op zekere hoogte achteruitgang in cognitief functioneren voorkomen. Een goede voorbereiding op wat komen gaat, bijvoorbeeld, kan helpen om beter te presteren. Volgens Geerligs doen goed presterende ouderen dat door extra hersengebieden te activeren en communicatie tussen specifieke hersengebieden te versterken.
De resultaten bieden nieuwe aanknopingspunten voor het ontwikkelen van interventies om ouderen langer aan het werk te houden en goed te laten functioneren in de dagelijkse omgeving. Linda Geerligs promoveert op 9 januari 2014 op haar proefschrift aan de Rijksuniversiteit Groningen.
© Nationale Zorggids