Vorig jaar zijn er beduidend meer meldingen binnengekomen over late zwangerschapsafbrekingen na 24 weken. In 2023 werden hier vijftien meldingen over gedaan, tegenover zes in 2022 en zeven in 2021. Er zijn bij de Beoordelingscommissie Late Zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen (LZA/LP) geen meldingen over levensbeëindiging van pasgeborenen binnengekomen. Dit komt overeen met de jaren ervoor. Dit meldt Medisch Contact.
De commissie LZA/LP onderzoekt of artsen medisch en juridisch zorgvuldig handelen bij zwangerschapsafbrekingen na 24 weken en levensbeëindiging bij pasgeboren baby’s. Volgens de commissie is er geen verklaring voor de toename van het aantal meldingen in 2023, met name omdat de aantallen daar nog altijd te laag voor zijn.
Zorgvuldig gehandeld
Vorig jaar en in het jaar ervoor zijn alle artsen gevrijwaard enige schuld, ofwel ze hebben allemaal zorgvuldig gehandeld. Wel had één consultatie zorgvuldiger gekund en bij een andere melding geldt dat de commissie zich niet bevoegd genoeg achtte om hier een oordeel over te vellen.
Onbehandelbare aandoening met de dood tot gevolg
Bij late zwangerschapsafbreking wordt een onderscheid gemaakt tussen een ongeborene waarvan de verwachting is dat het kind na geboorte niet buiten het moederlichaam kan overleven (zogenaamde categorie 1) en ongeboren kinderen die zulke ernstige aandoeningen hebben dat de kans op overleven beperkt is en medisch ingrijpen vaak zinloos blijk (categorie 2).
Zeven van de late zwangerschapsafbrekingen in 2023 zijn uitgevoerd vanwege categorie 1. Acht late zwangerschapsbeëindigingen vonden plaats vanwege een of meerdere aandoeningen bij de baby die zouden leiden tot ernstige of onherstelbare functiestoornissen of een zeer geringe kans op overleving - categorie 2. Vanaf dit jaar beoordeelt niet de LZA/LP late zwangerschapsafbrekingen uit de eerste categorie, maar een commissie van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Verloskunde.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky