Tijdens de zwangerschap ervaart 5 procent van de vrouwen een zwangerschapsvergiftiging. Uit onderzoek blijkt dat veel ouders na de bevalling angstig blijven om hun baby te verliezen als gevolg hiervan. Om beter met de impact van zwangerschapsvergiftiging om te gaan heeft Erasmus UMC een psychotherapeutisch programma ontwikkeld. Dit meldt Vakblad Vroeg.
Zwangerschapsvergiftiging, ofwel pre-eclampsie of het HELLP-syndroom genoemd, is een ernstige zwangerschapscomplicatie. De complicatie heeft niet alleen medische gevolgen, zoals vroeggeboorte, maar heeft ook een groot psychosociale impact. Doordat ouders vaak angst, schuldgevoelens en posttraumatische stress ervaren kan het ook schadelijk zijn voor de vroege ouder-kindrelatie. Daarom is belangrijk om de problemen preventief vanaf de zwangerschap te behandelen.
Constante ondersteuning
Het nieuwe programma biedt continue ondersteuning aan zwangere vrouwen en hun partners op de afdelingen verloskunde en neonatologie. Hier komen onderwerpen aan bod zoals reflectievermogen onder stress, emotionele beschikbaarheid en een band creëren met het kind. Maar ook worden zij ondersteunt bij de algehele overgang naar het ouderschap.
In interviews met ouders over het effect van het programma kwam naar voren dat zij inderdaad de behoefte hadden om hun angsten te bespreken. Zelfs na de bevalling waren zowel moeders als vaders bang om hun kind te verliezen. De psychologische ondersteuning hielp hen om de traumatische ervaringen te verwerken en om de gebeurtenis hun ouderschap niet te laten beïnvloeden.
Door: Nationale Zorggids