Voor veel aandoeningen uit het hielprikprogramma geldt dat screening aanmerkelijke gezondheidswinst oplevert, zonder disproportionele nadelen. Dit blijkt uit een eerste evaluatie door de Gezondheidsraad van 11 van de 25 aandoeningen waarop pasgeborenen met de hielprik worden gescreend. De raad adviseert te blijven evalueren of de voordelen van hielprikscreening ook op de lange termijn opwegen tegen de nadelen en heeft daarvoor criteria opgesteld. Voor een periodieke evaluatie van alle aandoeningen in het hielprikprogramma is wel meer onderzoek nodig. Dit meldt de Gezondheidsraad.
In Nederland worden pasgeborenen met de hielprik gescreend op 25 ernstige en zeldzame aandoeningen. Met vroege opsporing van deze aandoeningen kan ernstige schade aan de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van het kind worden beperkt of voorkomen. Voordat een aandoening wordt opgenomen in het hielprikprogramma, wordt beoordeeld of de verwachte gezondheidswinst opweegt tegen de nadelen die ook aan screening kleven, zoals het risico op uitslagen die niet blijken te kloppen.
Periodiek evalueren
Het is van belang om periodiek te evalueren of de verhouding tussen voordelen en nadelen in de praktijk inderdaad gunstig uitpakt. Op verzoek van de staatssecretaris van VWS heeft de Gezondheidsraad criteria opgesteld voor de periodieke evaluatie van hielprikscreening en een eerste evaluatie uitgevoerd van 11 van de 25 aandoeningen.
Aanmerkelijke gezondheidswinst
De raad is op basis van die eerste evaluatie positief over de hielprikscreening. Voor de meeste van de 11 geëvalueerde aandoeningen geldt dat uit wetenschappelijke gegevens blijkt dat screening aanmerkelijke gezondheidswinst oplevert, zonder disproportionele nadelen. Voor een aantal aandoeningen geldt dat er te weinig gegevens beschikbaar zijn. Deze zullen op korte termijn opnieuw geëvalueerd moeten worden.
Voor de toekomstbestendigheid van het hielprikprogramma is het volgens de Gezondheidsraad van belang om alle aandoeningen periodiek te evalueren en op basis daarvan zo nodig aanpassingen te doen. Daarvoor is nodig dat er meer gegevens worden verzameld en geregistreerd en dat er meer onderzoek wordt gedaan naar effecten van screening op de lange termijn.
Door: Nationale Zorggids