Op maandag 30 oktober 2006 troffen medewerkers van een groot vuilverwerkingsbedrijf in Utrecht het dode babylichaampje aan. Het meisje was 50cm groot en had de lengte voor een voldragen zwangerschap. De politie tast nog steeds in het duister over de doodsoorzaak.

Renée van Utrecht

Sinds de vondst wordt het meisje Renée van Utrecht genoemd. Het vermoeden is dat haar moeder in oktober uitgerekend was, maar dat haar omgeving nooit iets van de zwangerschap heeft gemerkt. Of het meisje ooit heeft geleefd is ook niet bekend. Haar longen waren niet geopend en de navelstreng zat er nog steeds aan. Dit kan wijzen op een doodgeboorte, maar dat is niet noodzakelijk de waarheid. De politie hoopt met nieuwe aandacht voor de zaak toch een aanwijzing te vinden die naar haar ouders kan leiden. “We willen het meisje een naam geven, want niemand mag zonder naam blijven.”

Robin van Clingendael

Op de coldcasekalender staan nog twee andere onopgeloste zaken waarin een babylijkje werd aangetroffen. In juni 2009 wordt in Park Clingendael in Wassenaar het lijkje van een pasgeboren kindje gevonden die van de gemeente Wassenaar de naam Robin van Clingendael krijgt. Ook hier tast de politie nog in het duister. Daarom is het op zoek naar iemand die een vrouw kende die in maart, april of mei 2009 hoogzwanger was en daarna zonder duidelijke reden zonder pasgeboren kind door het leven ging.

Overleden vondeling

Tot slot gaat één zaak nog een stukje verder terug in de tijd; naar 1998. In Baarle-Nassau vond een fietser een vuilniszak met daarin een overleden pasgeboren babymeisje. Er lag een briefje bij met daarop de vraag of iemand voor het kindje – dat op 7 augustus 1998 was geboren – wilde zorgen. In de buurt lagen een t-shirt en handdoek en de kartonnen doos waarin het meisje zat, komt mogelijk uit een Super de Boer in Baarle-Nassau. Wie de moeder van het meisje is, is nooit ontdekt. De politie zoekt informatie over de moeder of vader.

Door: Nationale Zorggids