Normal_tweeling_baby

In 2015 werden in Nederland 2.682 meerlingen geboren. Dit waren meestal tweelingen, 43 keer kwamen er drie of meer baby’s ter wereld. Het aantal tweelinggeboorten neemt sinds het begin van deze eeuw jaarlijks wat af. Dat meldt CBS.

In 2002 bereikte het aantal tweelinggeboorten met 3.707 een piek. Daarna nam het jaarlijkse aantal, met wat kleine schommelingen, af tot iets onder de 2.700  in 2015. Het aantal drie(-plus)lingen was in 1991 met 124 het hoogst, en ligt de laatste jaren tussen de veertig en vijftig per jaar.Het aantal meerlinggeboorten als percentage van het totale aantal geboorten is vanaf het midden van de jaren zeventig toegenomen van 10 per duizend in 1975 naar19 per duizend in 2002. In 2015 betrof 16 op de duizend geboorten een meerling.

De kans op een meerling was in 2015 het hoogst bij vrouwen boven de veertig:21 op de duizend 40-plus moeders kreeg een meerling. Bij 35- tot 40-jarigen waren dat in 2015 bijna 20 op de duizend, en bij 30- tot 35-jarige vrouwen 17 op de duizend. Bij de dertigers is het aandeel meerlinggeboorten het sterkst gedaald.

De ontwikkeling in het aantal meerlingen is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan in-vitrofertilisatie (ivf). Om de slagingskans van ivf te vergroten werden aanvankelijk vaak vier of vijf bevruchte eicellen teruggeplaatst, waardoor het aantal meerlingen in de jaren tachtig en negentig toenam. Daarna werden hooguit twee eicellen geplaatst en daalde het aantal drie(-plus)lingen. Het aantal tweelingen bleef echter nog wel toenemen. Sinds het begin van deze eeuw wordt er vaak nog maar een eicel gebruikt, en is ook het aantal ivf-tweelinggeboorten afgenomen.

In 2015 was 6 procent van alle tweelinggeboorten en 5 procent van de drielingen het gevolg van ivf, zo blijkt uit cijfers van de Nederlandse vereniging voor obstetrie en gynaecologie. Die percentages zijn meer dan gehalveerd sinds deze cijfers bekend zijn. In 2002 was nog 22 procent van de tweelingen een ivf-meerling. Het aandeel ivf-drielingen lag in sommige jaren tussen de 30 en 40 procent. 

Door: Redactie Nationale Zorggids