Het Amsterdamse ziekenhuis OLVG overtreedt geen regels als het op verzoek van een zwangere vrouw de NIPT-test uitvoert. Officieel is de test alleen beschikbaar voor vrouwen met een verhoogd risico. Het OLVG neemt ook verzoeken van vrouwen aan die geen verhoogd risico op een kind met Downsyndroom hebben, maar biedt dit niet actief aan. Zo blijkt uit een rapportage van de Inspectie van de Gezondheidszorg (IGZ). Dat meldt de Volkskrant.
Het ziekenhuis kan wel een boete krijgen van maximaal 900 duizend euro omdat de bloedbuisjes waarin bloed bewaard wordt niet goed waren. Omdat de test ook het geslacht van het kindje aangeeft, meldde het ziekenhuis dit tegelijk met de uitslag. Maar dat is in Nederland niet toegestaan. Het ziekenhuis is hier inmiddels mee gestopt. Vrouwen die het geslacht na de NIPT-test toch direct willen weten kunnen dat in België opvragen.
Iedere woensdagmorgen organiseert het OLVG voorlichtingsbijeenkomsten voor zwangere vrouwen die een aanvraag voor de NIPT-test hebben gedaan. Bij vrouwen die na de voorlichting nog steeds de test willen wordt bloed afgenomen. “Het OLVG zorgt ervoor dat na de uitslag de nazorg is geregeld”, schrijft de inspectie. Als er geen afwijkingen zijn, stuurt het laboratorium een mail. Als er wel afwijkingen zijn, dan neemt het ziekenhuis contact op met de vrouw. Zo kan de gynaecoloog de zwangere vrouw direct begeleiden. De bloedafname wordt vergoed in de basisverzekering, maar de test van 565 euro moeten ze zelf betalen.
Een meerderheid van de Tweede Kamer is ervoor om de test algemeen toegankelijk te maken. Door de test voor iedereen mogelijk te maken geven ze vrouwen de keuzevrijheid om de test te gebruiken of juist niet en te kiezen voor een kind met beperking of niet. De vraag is alleen of de test vergoed moet worden door de zorgverzekeraar. De ChristenUnie en SGP zijn tegen de NIPT-test.
©Nationale Zorggids
