Een op de tien mensen lijdt aan trombofilie. Dit is een erfelijke afwijking in de bloedstolling, die tijdens de zwangerschap voor problemen kan zorgen door de veranderingen in de hormoonhuishouding, aldus AMC-internist en hoogleraar Saskia Middeldorp. Zwangere vrouwen met trombofilie hebben daarom meer kans op trombose. Ook hebben zij een grotere kans op het krijgen van een longembolie of een miskraam. Uit voorzorg krijgen daarom overal ter wereld vrouwen dagelijks pijnlijk en kostbare injecties met bloedverdunners. 

 

In Nederland krijgen alleen vrouwen die al trombose of een embolie gehad hebben bloedverdunners toegediend tijdens de zwangerschap. Wanneer de vrouw geen trombose maar wel trombofilie heeft, krijgt ze alleen bloedverdunner tijdens de kraamtijd. Nederland doet dit omdat het effect van de bloedverdunners tijdens de zwangerschap dus controversieel is. Ons land is echter een uitzondering. Het Canadese onderzoek ondersteunt de Nederlandse aanpak; uit het onderzoek bleek dat zwangere vrouwen geen baat hadden bij een antistollingsmiddel. Hier kregen zij vooral blauwe plekken of bloedingen van. 

 

Middeldorp roemt het onderzoek, maar vindt het wel een allegaartje van trombofilie-gevolgen die bij elkaar zijn geveegd. Trombose, zwangerschapsvergiftiging en miskramen worden allemaal behandeld, terwijl de groep vrouwen die onderzocht wordt te klein is. Volgens haar kan het bijna niet anders of zwangere vrouwen hebben een kleinere kans op trombose als zij bloedverdunner krijgen. Of het toedienen van bloedverdunner effect heeft op een miskraam gaat zij onderzoeken door de komende tijd honderden zwangere vrouwen met trombofilie die miskramen hebben gekregen te volgen.

 

© Nationale Zorggids