Een aantal kenmerken uit de vroege jeugd, zoals een laag geboortegewicht, huilgedrag bij tweejarigen en het krijgen van van flesvoeding, zijn voorspellend voor het ontwikkelen van concentratieproblemen op de kinderleeftijd. Dat blijkt uit een promotieonderzoek aan de Vrije Universiteit, zo meldt Vakblad Vroeg.
Psychologe Maria Groen-Blokhuis onderzocht de invloed van specifieke genetische factoren en omgevingsfactoren op concentratieproblemen en hyperactiviteit zoals die voorkomen bij ADHD. Hiervoor maakte zij gebruik van gegevens die door het Nederlands Tweelingen Register zijn verzameld bij jonge tweelingen.
In een groep van 17.560 kinderen ging Groen-Blokhuis op zoek een verband tussen genetische varianten en ADHD-symptomen. Dankzij de tweelingdata kon zij aannemelijk maken dat het verband tussen een laag geboortegewicht en concentratieproblemen de oorzaak is van factoren die zowel geboortegewicht als concentratieproblemen beïnvloeden. Gemeten DNA-varianten blijken de hoeveelheid ADHD-symptomen te voorspellen, maar omdat de effecten van zulke genetische varianten klein zijn, is het moeilijk om in de miljoenen varianten te achterhalen om welke DNA-varianten het precies gaat.
Met de analyse van de gegevens van de tweelingen laat Groen-Blokhuis zien dat ADHD op genetisch niveau het best te begrijpen is als het extreme uiteinde van een continue schaal. Daarbij mensen kunnen mensen heel weinig, gemiddeld of veel last hebben van concentratieproblemen en hyperactiviteit. Het promotieonderzoek draagt bij aan een beter begrip van ADHD en de mogelijke oorzaken, wat uiteindelijk zal leiden tot betere behandelmethoden.
© Nationale Zorggids