Vrouwen die zich tijdens de zwangerschap angstig of depressief voelen, krijgen vaker een te vroeg geboren kindje dan vrouwen die gedurende de zwangerschap geen last hebben van negatieve emoties. Ook het geboortegewicht van kindjes geboren uit vrouwen met een negatieve gemoedstoestand is vaak lager. Een verstoorde verhouding van omega-6 en omega-3 vetzuren in het bloed blijkt eveneens van invloed. Dat meldt de Universiteit van Tilburg.
Promovenda Eva Loomans van de Universiteit van Tilburg onderzocht de invloed van drie factoren bij zwangere vrouwen: het ervaren van angstige en depressieve gevoelens, de concentratie van meervoudig onverzadigde vetzuren in het bloed en de inname van cafeïne. Uit het onderzoek van Loomans blijkt dat eerste twee factoren van invloed zijn op het verloop van de zwangerschap en de ontwikkeling van het kindje. Het gebruik van cafeïne uit koffie, thee of frisdrank tijdens de zwangerschap blijkt niet van invloed op de duur van een zwangerschap, het geboortegewicht en het latere gedrag van het kindje.
Vrouwen die zich tijdens hun zwangerschap zowel angstig als depressief voelen hebben een hogere kans op een vroeggeboorte of een kindje met een lager geboortegewicht. Ook blijkt dat kinderen van moeders die tijdens de zwangerschap heel angstig waren, minder snel en stabiel presteren op cognitieve taken en dat zij meer gedragsproblemen hebben dan kinderen van moeders die geen angstgevoelens hadden. Loomans onderzocht kinderen in de leeftijd van vijf en zes jaar. Jongens bleken daarbij meer kwetsbaar voor de invloed van angst bij de moeder dan meisjes.
Een hogere concentratie omega-3 vetzuren blijkt de kans op een te klein geboren baby te verkleinen en het risico op latere gedragsproblemen te verminderen. Meer omega-6 vetzuren in verhouding tot omega-3 vetzuren in het bloed heeft daarentegen een negatieve invloed. Het risico op een te klein geboren baby, een vroeggeboorte en het het risico op latere emotionele problemen en hyperactiviteit of aandachtsproblemen bij het kind, bleken juist groter bij vrouwen met een minder goede vetzuurstatus.
© Nationale Zorggids