Nederlandse zorgsector in financiële problemen: ‘Vooruitzichten nog zorgelijker’
Het gaat financieel niet goed met de Nederlandse zorgsector. Het gemiddelde rendement van zorgaanbieders is in 2022 bijna gehalveerd. En het aantal aanbieders in de rode cijfers is meer dan verdubbeld. Bankafspraken die niet worden nagekomen zijn meer regel dan uitzondering en het aantal zorgaanbieders in bijzonder beheer is fors toegenomen. Dit alles blijkt uit de meest recente Barometer Nederlandse Gezondheidszorg, samengesteld door advies- en accountancyfirma EY, zo meldt EY.
Volgens Rob Leensen, een van de initiatiefnemers van de Barometer, zijn de vooruitzichten nog zorgelijker. “Ziekenhuizen hielden het hoofd in 2022 nog goed boven water. Maar de geestelijke gezondheidszorg en de langdurige zorg hadden het zwaar te verduren door de invoering van het zorgprestatiemodel en de vervallen compensatie voor leegstand.”
Binnen alle subsectoren van de zorg zijn ook nog eens grotere verschillen dan ooit tevoren te zien, zegt Leensen. “In 2020 en 2021 werden die nog financieel gecompenseerd, in 2022 waren deze regelingen aflopend. En als de zorgactiviteiten dan nog niet op het niveau zijn van voor corona, dan legt dat pijnlijke verschillen bloot die over 2023 alleen maar groter zullen worden.”
Kredietwaardigheid verder gedaald
De rating voor de Nederlandse gezondheidszorg zakt voor het eerst onder het niveau van kredietwaardigheid. In het derde coronajaar was er een gemiddelde rating van bb+. Dat is lager dan de rating van het tweede (bbb-) en het eerste coronajaar (bbb). “Het is duidelijk dat corona een enorme impact heeft gehad op de kredietwaardigheid”, stelt Ralph Poulssen, associate partner en samen met Leensen initiatiefnemer van de Barometer. “Slechtere financiële prestaties en recordhoogtes op de personele kengetallen zijn daar debet aan. Bij een bb+ rating zijn minder investeerders geïnteresseerd in het verstrekken van financiering.
Rendement nadert kritische grens
Het gemiddelde rendement is in 2022 met 0,8 procentpunt gedaald, van 1,9 procent naar 1,1 procent. Volgens Rob Leensen zijn opdrogende compensatieregelingen in het door omikron geteisterde coronajaar hier debet aan. “Wij verwachten dat de zorgaanbieders met uitstel van deponering het gemiddelde nog verder zullen laten dalen mogelijk tot onder de 1,0 procent. Hiermee is er sprake van een halvering van het rendement en het laagste rendement van het afgelopen decennium, als we boekjaar 2016 buiten beschouwing laten. In dat jaar moest de sector een eenmalige last verwerken vanwege de nabetaling van de onregelmatigheidstoeslag over verlofdagen en kwam het rendement net onder de 1,0 procent uit.”
“Verder zien we opvallende verschillen. Bijvoorbeeld grote verschillen tussen zorgaanbieders binnen een sub-sector, maar ook grote verschillen tussen de sub-sectoren. In zijn algemeenheid kunnen we zeggen dat de curatieve sub-sectoren (ziekenhuizen, revalidatiecentra en zelfstandige behandelcentra) hun rendement redelijk op peil houden. Natuurlijk zijn er overal stijgingen en dalingen, maar die zijn vaak gering. Anders is dat bij de jeugdzorg en de langdurige zorg, waar de rendementen meer dan 1 procentpunt en soms wel meer dan 2 procentpunten dalen.”
Door: Nationale Zorggids