Door drukte en onderbezetting bij de zedenpolitie blijven veel zedenzaken erg lang liggen. Bij minstens 350 zaken per jaar duurt het maanden tot soms een jaar voordat er onderzoek wordt gestart. Dit bevestigt de zedenpolitie na onderzoek van Nieuwsuur. Dit meldt het ministerie van Volksgezondheid.
De circa 3.500 zedenzaken waarmee de zedenpolitie jaarlijks te maken krijgt, moeten worden behandeld door zeshonderd zedenrechercheurs. "Het zijn vaak complexe zaken, en dat alles nu digitaal gaat, kost ook meer tijd", vertelt hoofd van de zedenpolitie Walter van Kleef aan Nieuwsuur. Hij laat weten dat er ook veel nieuwe rechercheurs zijn aangesteld die nog ingewerkt moeten worden. "En in sommige teams hebben we te maken met een hoog ziekteverzuim."
Prioriteit
De zaken die blijven liggen, betreffen niet alleen lichte zedenmisdrijven, maar ook verkrachting. Zelfs als de vermoedelijke dader bekend is en er sprake is van geweld, zijn er andere zaken die meer prioriteit krijgen bij de zedenpolitie. Dat zijn zaken waarbij de directe veiligheid in het geding is, of zaken waarbij het gaat om minderjarige slachtoffers.
Strafrechtelijke gevolgen
Dat zaken te lang blijven liggen, is niet alleen vervelend voor de slachtoffers en de omgeving. “Uit de praktijk weten we dat als mensen gefrustreerd en boos raken, dit doorwerkt in het verwerkingsproces", aldus Iva Bicanic, hoofd van het Centrum Seksueel Geweld. Verder kan het volgens strafrechtadvocaat Louke Korfker ook strafrechtelijke gevolgen hebben. "Hoe langer je wacht met uitvragen wat een slachtoffer heeft waargenomen, hoe onbetrouwbaarder de verklaringen zijn. Dat kan gevolgen hebben voor de mogelijke veroordeling van de dader.”
Door: Nationale Zorggids
