Vakbond FNV is het eens met de conclusie van de Kinderombudsman dat de aanpak van kinderarmoede tekortschiet, met name in de thuissituatie. Ook de SER concludeerde dat eerder. Veel gemeenten zijn de laatste jaren kindervoorzieningen gaan aanbieden, zodat ze mee kunnen doen met activiteiten en mee kunnen op schoolreisjes, maar er wordt te weinig gekeken naar het verbeteren van de thuissituatie. Dat meldt FNV.
“Je zult dus als gemeente óók wat moeten doen aan het verbeteren van de financiële situatie en het voorkómen van schulden. Het geld dat gemeenten daarvoor krijgen van het Rijk moet daar helemaal aan besteed worden. Tegelijk is het zo dat het sociaal minimum te weinig is om van rond te komen. Dat moet dus omhoog”, zegt vicevoorzitter Kitty Jong van FNV.
Uit een eerder rapport van de Sociaal Economische Raad (SER) bleek al dat 60 procent van de arme kinderen werkende ouders heeft. Andere kinderen in armoede hebben ouders met onzekere flexbanen, oproepcontracten en kleine stapelbanen die te weinig opleveren om een gezin van te onderhouden. Werkende ouders worden volgens de SER onvoldoende bereikt met het armoedebeleid.
In maart pleitte de SER al voor een armoederegisseur in iedere gemeente, met als belangrijke taak de werkende minima in beeld te krijgen. De armoederegisseur kan de vaak ingewikkelde aanvraagprocedures verbeteren en kan de effectiviteit van het gemeentelijk beleid monitoren.
Door: Redactie Nationale Zorggids