Met ingang van 1 januari 2018 kunnen pleegkinderen en hun verzorgende ouders als zij elkaars fiscaal partner zijn een verzoek doen om niet langer als partner te worden aangemerkt door de Belastingdienst. Dit kan met terugwerkende kracht vanaf 2017. Met deze maatregel wordt de situatie van pleegkinderen gelijk aan die van andere kinderen binnen het gezin. Dat meldt Rijksoverheid.
Op dit moment worden pleegkinderen na hun 18e verjaardag automatisch fiscaal partner met hun verzorgende ouder, als de ouder geen partner heeft en er ook een minderjarig eigen kind op hetzelfde adres staat ingeschreven. In deze situatie telt de Belastingdienst de inkomens van het 18-jarige pleegkind en ouder op bij het bepalen van de inkomstenbelasting en het recht op toeslagen.
Het beëindigen van het fiscaal partnerschap wordt uitgevoerd op een gezamenlijk door de ouder en het pleegkind ingediend verzoek. Het hangt van de individuele situatie af welke financiële gevolgen het beëindigen van het fiscaal partnerschap heeft voor belastingen en toeslagen. Zo kan het beëindigen van partnerschap meer toeslag opleveren, maar kan een vermogensgrens maken dat het financieel gunstiger kan zijn om partner te blijven van hun pleegkind.
Om de keuzevrijheid voor pleegkinderen en ouders te regelen, is vandaag een beleidsbesluit gepubliceerd in de Staatscourant. Dit besluit loopt vooruit op een wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 en van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, zoals opgenomen in het Belastingplan 2018.
Door: Redactie Nationale Zorggids