Agenten van het Rotterdamse Team Bestrijding Kinderporno en Kindersekstoerisme (TBKK) hielden vorige week een actie voor de bestrijding van kinderporno. In deze week legden zij 14 huisbezoeken af, namen 70 gegevensdragers in beslag en hoorden acht verdachten. 1 Slachtoffer legde een verklaring af. Dat meldt de Politie.
Het doel van de actieweek was om aandacht te vragen voor de slachtoffers en de krachten te bundelen om in 1 week tijd zoveel mogelijk resultaat te behalen. De veertien huisbezoeken zijn afgelegd na meldingen. Hierbij zijn zeventig gegevensdragers in beslag genomen. Deze worden allemaal onderzocht op kinderpornografisch materiaal. Dan volgt eventueel een vervolgonderzoek en/of aanhouding. Eén verdachte zit inmiddels vast met betrekking tot een grooming-zaak.
Een bijzonder element van het politiewerk in de strijd tegen kinderporno is het identificeren van slachtoffers. In tegenstelling tot andere vormen van criminaliteit zijn slachtoffers bij kinderpornozaken vaak onbekend. Deze slachtoffers melden zich niet om aangifte te doen. Marcel de Vlieger, teamchef Rotterdam: “Daarom is het slachtofferidentificatieproces bij kinderporno-onderzoeken zo belangrijk. Elke foto of video zien wij als een plaats delict en wordt onderzocht op aanknopingspunten die ons kunnen helpen bij het achterhalen van de identiteit van het slachtoffer. Dat proces kan heel tijdrovend zijn en is soms (technisch) ingewikkeld. Nadat we een slachtoffer hebben geïdentificeerd, wordt alles op alles gezet om het kind ook uit de misbruiksituatie te halen.”
Het aantal meldingen is dit jaar met 12.000 nu al bijna verdubbeld ten opzichte van vorig jaar (5549). De toename wordt voornamelijk verklaard door het aantal meldingen over kinderpornografisch beeldmateriaal op internet. Deze meldingen komen binnen bij de Landelijke Eenheid vanuit het Amerikaanse National Centre for Missing and Exploited Children (NCMEC). Bedrijven als bijvoorbeeld Google, Microsoft, Facebook, Instagram zijn volgens de Amerikaanse wet verplicht melding te maken van mogelijk kinderpornografisch beeldmateriaal. Al deze meldingen komen binnen bij het NCMEC. Zij doen een eerste onderzoek en zetten hun resultaat vervolgens door naar het land waar het plaatje is bekeken, verspreid, geüpload of gedownload.
In Nederland wordt de intake en verder onderzoek van deze meldingen gedaan door de Landelijke Eenheid, onder leiding van het Openbaar Ministerie. Landelijk zijn 11 teams TBKK iedere dag actief om makers, downloaders en verspreiders van kinderpornografisch materiaal te achterhalen.
Door: Redactie Nationale Zorggids
