Jongeren

De continuïteit van de jeugdzorg wordt in sommige gemeenten bedreigd. De productiecijfers van aanbieders van jeugdzorg zijn veel hoger dan het budget dat het rijk berekend heeft. Daarnaast komen gemeenten 15 miljoen euro tekort, op jaarbasis, omdat ze op grond van het woonplaatsbeginsel ook zware en dure vormen van jeugdhulp moeten betalen aan kinderen van buiten de eigen regio. Dit meldt Skipr. 

Dit schrijft de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) in een open brief. Zij trekken aan de bel; nu de gemeenten druk bezig zijn om de financiële gevolgen van de overheveling van jeugdzorg met de regionale aanbieders te bespreken blijkt dat de aanbieders van jeugdzorg aanzienlijk meer vragen dan de gemeenten aan budget beschikbaar hebben. 
 
Een groot probleem voor de gemeenten zijn daarbij de instellingen die in hun regio staan die kinderen uit het hele land opvangen. Gemeenten zijn op grond van het zogeheten woonplaatsbeginsel verantwoordelijk voor jeugdhulp wanneer een jongeren in hun regio woont, ook wanneer ze opgenomen zijn in een residentiële instelling in de gemeente. Gemeenten waar dus veel zware en dure vormen van jeugdhulp aangeboden worden, zoals in de regio Zuidoost Utrecht, zijn verantwoordelijk voor jeugdigen van buiten de eigen regio. Hierdoor komen ze, zo schrijft de VNG in de brief, op jaarbasis in ieder geval 15 miljoen euro te kort. 
 
Daarnaast is de informatievoorziening naar de gemeenten toe niet op orde, zo stelt de brief. “Problematisch is dat gemeenten geen bron hebben om de opgaven van de zorgaanbieders te verifiëren,” aldus de VNG. “Het rijk kan die productiecijfers van aanbieders per gemeente immers niet leveren vanuit de verschillende landelijke bronnen.”
 
Het VWS heeft eerder al te kennen gegeven een bedrag van 60 miljoen euro beschikbaar te stellen voor jeugdzorg. De VNG betwijfelt of dit genoeg is en schrijft in de brief dat ze ook de 90 miljoen euro die uit het provinciefonds vrijkomt in 2015 wil kunnen gebruiken. 
 
© Nationale Zorggids