De meeste geradicaliseerde moslimjongeren komen uit Den Haag, Zoetermeer, Gouda, Delft, Amsterdam en Arnhem, zo stelt het programma Nieuwsuur. Sinds 2006 voert de Nederlandse overheid actief beleid tegen radicalisering onder moslimjongeren. De dreiging is echter onverminderd groot, zo meldt Omroep West.
Uit eigen onderzoek concludeert Nieuwsuur dat ondanks de miljoenen die de Nederlandse overheid steekt in programma’s en maatregelen om radicalisering te voorkomen er toch nog meer dan honderd geradicaliseerde jongeren afgereisd zijn naar Syrië.
De AIVD ziet Nederlandse jihadisten als een mogelijke bedreiging voor de veiligheid. 10 Nederlandse jihadstrijders zij inmiddels omgekomen in Syrië en 30 zijn weer terug in Nederland. Onder hen zijn personen die betrokken zijn geweest bij zware gevechten en soms ook gruweldaden, zo meldt Nieuwsuur.
Sinds 2001 is moslim-terrorisme de grootste bedreiging voor de veiligheid. Vanaf 2004 en de moord op Theo van Gogh zijn er in Nederland anti-radicaliseringsprogramma’s die het tij moeten keren. Het eerste plan kwam van het huidige PvdA-kamerlid Marcouch. Hij ontwikkelde een programma waarbij vooral de gemeenten meer contact zochten met de ouders van moslimjongeren. Sinds 2007 is er tevens een landelijke actieplan. Elke gemeente kan hier aan meedoen.
De landelijke overheid richt zich echter meer op de ‘risico-steden’. Dit zijn de steden waar jongeren radicaliseren en waar de jihadstrijders die naar Syrië zijn vertrokken vandaan komen. Officieel is niet bekend om welke steden dit zou gaan, maar aldus Nieuwsuur gaat het in elk geval om Zoetermeer, Den Haag, Gouda, Delft, Amsterdam en Arnhem.
In het programma zei Charlie Aptroot (VVD), burgemeester van Zoetermeer, dat hij niet wist dat moslimjongeren in zijn gemeente aan het radicaliseren waren. Aldus PvdA-Tweede Kamerlid Marcouch is dat onzin.
© Nationale Zorggids
