Een loopoor bij kinderen met trommelvliesbuisjes kan het beste worden behandeld met oordruppels met antibiotica en een ontstekingsremmer. Dit geeft betere resultaten dan een antibioticumdrankje of afwachtend beleid, zo blijkt uit onderzoek van het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU).
Ongeveer twee van de drie kinderen met trommelvliesbuisjes krijgt tenminste één loopoor in het jaar na plaatsing van de buisjes. Bij een loopoor komt er vocht uit het oor, meestal het gevolg van een middenoorontsteking.
Volgens de onderzoekers heeft de uitkomst van het onderzoek gevolgen voor de informatie voor ouders en voor de Nederlandse richtlijnen bij deze aandoening. Het onderzoeksteam behandelde 230 kinderen tussen een en tien jaar met trommelvliesbuisjes en een loopoor dat korter dan één week bestond. Deze kinderen werden verdeeld over drie groepen. Een groep werd behandeld met oordruppels met antibiotica en een ontstekingsremmer (corticosteroïd), een tweede groep kreeg een antibioticumdrankje en bij de derde groep werd afgewacht of de klachten zonder behandeling verdwenen.
Na twee weken had slechts vijf procent van de kinderen die met oordruppels waren behandeld nog steeds een loopoor, tegenover 44 procent van de kinderen die een antibioticumdrankje hadden gekregen en 55 procent van de kinderen bij wie werd afgewacht. Daarnaast ging het loopoor bij de kinderen die oordruppels kregen sneller over en kwam het minder vaak terug.
De resultaten van het onderzoek kunnen bijdragen aan een meer uniform beleid bij deze klacht. Ouders krijgen na het plaatsen van trommelvliesbuisjes vaak een informatiebrief mee, waarin meestal staat dat ouders pas contact met de KNO-arts of huisarts moeten opnemen wanneer het loopoor na een week nog niet over is. Volgens de onderzoekers is het beter om eerder naar de dokter te gaan en te kiezen voor antibioticum-oordruppels.
© Nationale Zorggids