Ouderen met beginnende psychische klachten komen vaak eerst bij de huisarts terecht. Deze kan de oudere in contact brengen met een praktijkondersteuner ggz (POH-GGZ) die bij het overgrote deel van de huisartsenpraktijken aanwezig is. Ouderen komen vooral bij een praktijkondersteuner voor een lang consult. Dat meldt Vektis die jaarlijks de Zorgthermometer Inzicht in de ouderenzorg publiceert.
Ruim 32.000 ouderen tussen de 65 en 74 jaar is voor een lang consult (langer dan 20 minuten) bij de POH-GGZ geweest. Dat is 1,7 procent van alle 65-74-jarigen. 85-plussers komen, absoluut en relatief, minder vaak bij de praktijkondersteuner. Lange visites en telefonische consulten komen in die leeftijdsgroep relatief meer voor, al blijft het gebruik beperkt tot 0,5 procent.
Gespecialiseerde ggz: 60.000 ouderen
In 2016 hebben 18.000 ouderen gebruikgemaakt van de basis ggz. Een veel groter aantal ouderen, 60.000, heeft een traject zonder opname in de gespecialiseerde ggz gevolgd. Voor een depressie zijn 11.000 ouderen behandeld, 7.500 voor een delirium, dementie of andere cognitieve stoornis en 5.000 ouderen hebben te maken gehad met angststoornissen. Bijna 14.000 ouderen hebben een korte behandeling gevolgd, zonder nadere informatie over de diagnose.
Ongeveer zevenduizend ouderen zijn enige tijd opgenomen geweest in een ggz-instelling. Hiervan zijn 2.100 ouderen behandeld voor een depressie en 1.100 voor een delirium, dementie of andere cognitieve stoornis.
Door: Redactie Nationale Zorggids