Het beeld dat we hebben van de effectiviteit van psychotherapie is te rooskleurig. Dat komt omdat studies die aantonen dat patiënten niet mentaal gezonder worden na psychotherapie geen publiciteit krijgen, terwijl positieve studies wel aandacht ontvangen. Dat blijkt uit een studie van de Vrije Universiteit in Amsterdam, meldt de Volkskrant.
De effectiviteit van psychotherapie in het terugdringen van depressieve klachten wordt een kwart te hoog ingeschat, stelt hoogleraar klinische psychologie Pim Cuijpers. Samen met collega’s analyseerde hij 55 met Amerikaanse beurzen gefinancierde studies, die zijn uitgevoerd tussen 1972 en 2008. Een kwart daarvan werd niet gepubliceerd. Psychotherapie zou, na bestudering van alle wel en niet gepubliceerde studies, een stuk minder goed werken dan gedacht.
Een vergelijkbaar onderzoek is al eens uitgevoerd voor antidepressiva, met vergelijkbare resultaten. De effectiviteit van deze medicijnen zouden zijn overschat en dat leidde destijds, in 2008, tot veel ophef. Voor psychotherapie zou dat minder gelden, was de verwachting, omdat de farmaceutische industrie hierin geen bemoeienis heeft.
In onderzoek naar psychotherapie worden groepen met en groepen zonder behandeling vergeleken. Volgens de huidige kennis geneest zestig procent van de depressieve mensen na therapie, tegenover 43 procent in de groep die geen therapie ontvangt. Maar de gunstige resultaten moeten dus met een kwart worden bijgesteld, aldus de onderzoekers.
© Nationale Zorggids
