DEN HAAG (Novum) - Staatssecretaris van Justitie Fred Teeven (VVD) moet opnieuw een besluit nemen over een bezoekregeling voor de partner van Robert M., de hoofdverdachte in de Amsterdamse zedenzaak. Teeven wees zo'n regeling eerder af, maar de beroepscommissie van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming heeft een beroep hiertegen gegrond verklaard.
Dat blijkt uit een uitspraak van de beroepscommissie die vrijdag is gepubliceerd. Teeven baseerde zijn afwijzing op een advies van het Openbaar Ministerie. Het OM vindt onder meer dat het bezoek maatschappelijk onverantwoord is in verband met de 'publiciteitsgevoeligheid' van de zaak.
De beroepscommissie vindt echter dat de bezwaren van het OM naar verloop van tijd afnemen in vergelijking met het belang van een gedetineerde bij het uitoefenen van zijn recht op gezinsleven. Omdat Robert M. en zijn echtgenoot Richard van O. elkaar al twee jaar niet hebben gezien, dienen in dit geval de belangen van de klager zwaarder te wegen, staat in de uitspraak. "De mogelijk publicitaire gevolgen van het verlenen van een dergelijk verlof maken deze uitkomst niet anders."
Teeven moet nu een nieuw besluit nemen, 'met inachtneming van de uitspraak' van de beroepscommissie.
Robert M. werd in mei veroordeeld tot achttien jaar celstraf en tbs met dwangverpleging voor seksueel misbruik van 67 kinderen. Zijn echtgenoot Richard van O. werd veroordeeld tot zes jaar cel en verplichte behandeling, wegens medeplichtigheid. In beide zaken is hoger beroep aangetekend.