GRONINGEN - Veel rokers zullen zich aan het begin van dit nieuwe jaar hebben voorgenomen om te stoppen met hun ongezonde verslaving. Vaak wordt hen geadviseerd situaties te vermijden die ze associëren met het roken van een sigaret. Volgens sociaal psycholoog Karin Menninga zouden aspirant niet-rokers juist deze situaties moeten opzoeken, omdat dan de stoppoging een grotere kans van slagen heeft. Nu is slechts één op de zeven stoppogingen na een jaar nog succesvol.
Menninga was medeverantwoordelijk voor de aan de Rijksuniversiteit Groningen ontwikkelde Leer Abstinentie Theorie (LAT), die een andere kijk op het stoppen met roken biedt. Volgens de LAT is het opzoeken van risicosituaties juist nodig om het roken echt af te leren. Het gaat bij het stoppen met roken uiteindelijk om een leerproces en het ondergaan van een psychologische verandering.
De verleiding die een roker voelt in bepaalde situaties wordt binnen de LAT gezien als een leermoment. Een terugval is derhalve niet meteen funest; het stoppen met roken wordt gezien als een proces van vallen en opstaan. Menninga: “Je transformeert van de staat van een roker naar de staat van een niet-roker. Dat gebeurt door het leren. Je bent pas echt van het roken af als je uitgeleerd bent. Dat is een proces, niet één stoppoging".
De aspirant niet-roker ziet de stoppoging nu meestal als mislukt als eenmaal wordt ingegaan op de verleiding om te roken, ook al gaat het maar om één trekje. Die negatieve associatie moet volgens Menninga plaats gaan maken voor het besef dat het stoppen een proces met tegenslagen is. Positieve feedback speelt daarom een belangrijke rol binnen de LAT.
Karin Menninga promoveert donderdag 17 januari aan de faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen van de Groningse universiteit.
© Nationale Zorggids / Arend Jan Wonink