AMSTERDAM – Sanne Hogendoorn promoveert vrijdag aan de Universiteit van Amsterdam op het toepassen van Cognitieve gedragstherapie (CGT) bij jongeren tussen de 8 en de 18 jaar met een angststoornis. Uit het onderzoek blijkt dat kinderen en jongeren met een angststoornis die positiever leren denken en beter met problemen leren om gaan minder angstig worden. Dat meldt het Nederlands Jeugd Instituut (NJI).
Hoewel CGT een bewezen effectieve behandeling voor angststoornissen is, werkt het onvoldoende bij drie tot vier van de tien kinderen en jongeren. Daarnaast blijkt ook dat het verminderen van negatieve gedachten niet helpt om minder angstig te worden. Hoogendoorn stelt dat meer kennis nodig is van de precieze werking van de methode om de behandeling te kunnen verbeteren. Zij ontwikkelde hiervoor twee instrumenten om het verband tussen de behandeling en de afname van angstsymptomen te kunnen meten.
Voor haar onderzoek onderzocht Hoogendoorn het effect van CGT bij 145 kinderen en jongeren met een angststoornis in kinderpsychiatrische centra Accare in Groningen en de Bascule in Amsterdam.
© Nationale Zorggids / Jochum Admiraal