AMSTERDAM - Op 10 december promoveert psychiatrisch verpleegkundige van het VUmc Wim Janssen op zijn onderzoek naar zogenaamde separaties. Dat zijn dwangmaatregelen die bestaan uit de afzondering van patiënten.
Hoewel het aantal dwangmaatregelen in de afgelopen vijf jaar zijn gedaald, zijn er grote verschillen tussen de afzonderlijke ggz-instellingen. De afdelingscultuur en de kwaliteit van de teambezetting zijn belangrijke randvoorwaarden om het aantal separaties terug te dringen. "En dat is in deze tijden van bezuinigingen een belangrijk aandachtspunt", aldus Janssen.
Vrijheidsbeperkende maatregelen zoals separatie worden binnen de Nederlandse psychiatrie gebruikt bij opgenomen patiënten die agressief of gevaarlijk gedrag vertonen. Janssen heeft een beeld proberen te krijgen van het gebruik daarvan door samen met GGZ Nederland, de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en zes ggz-instellingen het registratiesysteem Argus te ontwikkelen.
Uit dit onderzoek bleek dat in 2002 één op de vier opnames van ggz-patiënten leidden tot de separeer- of isoleercel en deze gemiddeld 17 dagen duurden. In 2011 was dit aantal flink gedaald, er vond nog één separatie per twaalf opnamen plaats, waarbij de gemiddelde tijdsduur minder dan drie dagen was.
© Nationale Zorggids / Ype van Woersem