Steeds minder mensen met een arbeidsbeperking vinden een baan bij de overheid. Vooral het onderwijs blijft hierin achter. Dit terwijl er elk jaar leerlingen van het speciaal voortgezet onderwijs komen die geen baan hebben. Zij zouden met een beschutte arbeidsplaats een rol kunnen vervullen waarbij zij de leerkracht ondersteunen in de klas. Dit meldt Trouw.
In het onderwijs wordt een afwachtende houding aangenomen. Veel scholen in het basis- en voortgezet onderwijs hopen dat gemeenten en provincies voldoende werkplekken bieden aan arbeidsbeperkten, zodat zij hierin niets hoeven bij te dragen. Hans Spigt, die twee jaar lang de officiële aanjager van het banenplan voor de overheid is geweest, vindt dat brancheorganisaties PO-Raad en VO-raad hierin meer verantwoordelijkheid moeten nemen. Ze moeten de kansen omarmen: een arbeidsbeperkte kan de taak van een leerkracht verlichten. Hoewel in vergelijking met een aantal jaren geleden de afspraken versoepeld zijn, blijft het onderwijs terughoudend hierin.
Volgens Spigt moeten er nu echt maatregelen genomen worden. “Het volgende kabinet kijkt namelijk tegen 30.000 leerlingen aan die van het speciaal voortgezet onderwijs komen en geen baan hebben. En er is geen Wajong meer en geen sociale werkplaats." De regels zijn de afgelopen jaren veranderd waardoor de instroom voor Wajong veel strenger is geworden.
Eerder zijn afspraken gemaakt over het creëren van banen voor arbeidsbeperkten in het kader van de Participatiewet. In het sociaal akkoord staat dat overheid en werkgeversorganisaties 100.000 banen zullen verwezenlijken voor mensen met een arbeidshandicap. Daarvan moeten 25.000 banen gecreëerd worden bij de overheid. De cijfers laten echter een dalende lijn zien in het aantal overheidscontracten van mensen met een beperking, van ruim 5.000 in 2012 naar 4.000 in 2016.
Door: Redactie Nationale Zorggids