(Novum) - De participatiesamenleving is niks nieuws, al werd er in de troonrede van 2013 er voor het eerst formeel gewag van gemaakt. Al in de zestiende eeuw waren er veel maatschappelijke organisaties, verenigingen, stichtingen en sociale ondernemingen. Dat schrijven minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken (PvdA) en staatssecretaris Martin van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (PvdA) aan de Tweede Kamer.
Door wetgeving en subsidiëring zijn al die initiatieven onder invloed van de overheid gekomen. "Daarmee zijn drie nijpende en met elkaar samenhangende vraagstukken ontstaan: financiële onhoudbaarheid, afhankelijkheid van de overheid en eenvormigheid van (voorheen) maatschappelijk initiatief."
De Kamer had uitleg van 'participatiesamenleving' gevraagd. "De kern is een samenleving waarin mensen zelf betrokken zijn bij en mede-eigenaar zijn van publieke voorzieningen. Zorg en ondersteuning vanuit de overheid sluiten hierbij aan, in plaats van andersom." Daarom wordt er ook veel gedaan om het vrijwilligers gemakkelijker te maken.