Kinderen met het Downsyndroom zijn gebaat bij zes weken dolfijntherapie. Onderzoekers van de Open Universiteit (OU) toonden aan dat de therapie bij deze kinderen leidt tot een significante vooruitgang op het gebied van taal en herkenning van personen. Daarnaast heeft de therapie een remmend effect op hun impulsiviteit. Dat meldt de OU.
Dat interactie met dolfijnen een positief effect heeft op kinderen met het syndroom van Down is al langer bekend, maar tot nog toe was er weinig empirische onderbouwing. Het onderzoek werd uitgevoerd door Richard Griffioen en Marie-José Enders, beiden verbonden aan de OU. Onder begeleiding van Enders bestudeerde Griffioen de invloed van dolfijntherapie op de ontwikkeling van spraak/taal en sociaal gedrag bij kinderen met Down.
Aan het onderzoek werkten 44 kinderen mee, die zes weken lang wekelijks één uur dolfijntherapie kregen. De onderzoekers keken naar het effect op vijf vaardigheden waar Down-kinderen moeite mee hebben, namelijk verbalisatie (het onder woorden brengen van dingen), onderdrukken van impulsen, begrip van regels, personen herkennen en contacten leggen. Na de zes weken dolfijntherapie waren de kinderen sterk vooruitgegaan op het gebied van taal en herkenning van personen, terwijl hun impulsiviteit minder was geworden. Op de twee andere onderzochte kenmerken werden geen veranderingen vastgesteld. Opvallend is dat de kinderen voor wat betreft taal ook in de zes maanden ná de therapie vooruitgang bleven boeken.
© Nationale Zorggids