De woningmarkt is ‘hot’. Zo populair zelfs, dat veel mensen met een essentieel beroep buiten de boot dreigen te vallen. Voorbeelden zijn zorgmedewerkers en onderwijzers. Met name in de grote steden is het voor deze groepen steeds moeilijker om een betaalbare woning te vinden, omdat de hypotheek vaak niet toereikend is. Ook huren in de vrije sector wordt steeds lastiger. Reden voor Amsterdam om een pilot te starten: zij geven zorgpersoneel en onderwijzers voorrang op de huurmarkt, en dat blijkt nu al succesvol.
Woningprijzen blijven stijgen
Ook in het afgelopen jaar heeft de krapte op de woningmarkt ervoor gezorgd dat de woningprijzen verder zijn gestegen. In 2020 was een bestaande koopwoning liefst 7,8% duurder dan in 2019, aldus het CBS. Ook het aantal verkochte woningen steeg met 7,7% ten opzichte van een jaar eerder. Daar komt nog bij dat men bij de aankoop van een woning vaak moet ‘overbieden’, waarmee de uiteindelijke verkoopprijs fors hoger uitkomt dan de vraagprijs. De rust op de woningmarkt lijkt nog niet teruggekeerd, want ook huren in de vrije sector is fors duurder geworden; in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven bedroeg de huurstijging 3,8% ten opzichte van een jaar eerder.
Hoogte van salaris belangrijke factor voor hypotheek
Kies je als persoon of koppel voor een koopwoning, dan ben je afhankelijk van de maximale hypotheek. Het inkomen is een belangrijke factor in de vraag hoeveel hypotheek iemand kan krijgen. De maandelijkse lasten van de hypotheek moeten in redelijke zin aansluiten op je bruto inkomen. Dit is wettelijk vastgelegd in de vorm van een toegestaan percentage van het bruto inkomen dat mag worden besteed aan de hypotheek. Hoe hoger je bruto inkomen, des te hoger de maximale hypotheek. Overige factoren zijn:
- Marktwaarde woning
- Financiële verplichtingen
- Rente over de hypotheek
Voor medewerkers uit de sectoren zorg en onderwijs is het belangrijk om dichtbij hun werk te wonen, maar tegelijk is het op de oververhitte woningmarkt steeds lastiger om een passende hypotheek te bemachtigen.
Gemeenten trekken steeds vaker zelf aan de bel. Mensen vanuit de eerder genoemde beroepsgroepen, zorg en onderwijs, komen steeds moeilijker aan een hypotheek. Zij worden hiermee gedwongen op grotere afstand van hun werkplek te wonen, met een langere reistijd tot gevolg. Een pilot van de gemeente Amsterdam, de voorrangsregeling voor beroepsgroepen, zorgde vorig jaar voor een voorzichtig succes. In 2020 kregen 100 zorgmedewerkers en 40 onderwijzers de beschikking over een huurwoning in Amsterdam.
Uitrollen over het hele land?
Ook andere grote en middelgrote gemeenten krijgen te maken met stijgende woonlasten, waardoor mensen vanuit cruciale beroepen uit de stad verdreven dreigen te worden. De pilot van de gemeente Amsterdam is juist in deze fase een belangrijke stap. Een gezonde woningmarkt moet toegankelijk blijven voor mensen uit alle beroepsgroepen, en gemeenten kunnen hierin zelf een rol van betekenis spelen. De voorrangsregeling voor beroepsgroepen biedt hierin het gewenste perspectief.