Twee van de drie Nederlandse grootouders spelen een rol in de opvang en verzorging van hun kleinkinderen. Ze zien dat niet als een straf. De meeste opa's en oma's (65 procent) zorgen voor hun kleinkinderen voor hun eigen plezier en om hun kinderen te helpen. Dit blijkt uit onderzoek dat seniorenorganisatie Unie KBO verrichtte onder 750 Nederlandse 65-plussers. Dit meldt Unie KBO.
Precies 66 procent van de Nederlandse grootouders speelt een rol in de opvang en verzorging van hun kleinkinderen. En dit wordt niet als straf gezien, de meesten (65 procent) vinden het een combinatie van plezier en ze helpen tegelijkertijd ook nog hun kinderen. Het aantal uren dat ze hieraan besteden, loopt zeer uiteen, van één tot veertig uur per week; gemiddeld 8,5 uur per week.
70 procent geeft zijn kleinkinderen iets mee voor hun levenspad. De drie meest belangrijke zaken die worden meegegeven, zijn je gelukkig voelen, zelfvertrouwen hebben en eerlijk zijn. Eén op de drie grootouders wil hun kleinkinderen iets meegeven op het gebied van geloof en spiritualiteit zoals respect, naastenliefde, liefde, vertrouwen en goed zijn voor anderen.
Van de senioren ergert 33 procent zich aan andere grootouders. Zo kunnen grootouders nergens anders meer over praten dan hun kleinkinderen, ze scheppen voortdurend op, ze verwennen hun kleinkinderen en zijn inconsequent in de opvoeding. Aan de andere kant is ruim de helft van de senioren ook wel eens jaloers op de manier waarop andere grootouders omgaan met hun kleinkinderen. Bijvoorbeeld wanneer ze vaker of een beter contact hebben met hun kleinkinderen en wanneer ze meer geld te besteden hebben aan cadeaus en leuke uitjes.
Eén op de drie senioren zonder kleinkinderen mist het grootouderschap. 9 tot 15 procent van de huidige senioren is kinderloos. 37 procent van de senioren zonder kleinkinderen heeft het gevoel dat ze soms iets missen omdat zij geen kleinkinderen hebben.
©Nationale Zorggids