Het door de gemeente berekende zorgbehoefte aan aangepaste woningen komt niet overeen met het werkelijke gebruik. Dit is met name het geval bij ouderen die vaak in eengezinswoningen blijven wonen. Dit blijkt uit onderzoek van Platform31, meldt het Ouderenjournaal.
Platform31, de kennis- en netwerkorganisatie voor stedelijke en regionale ontwikkeling, vroeg aan vijftien gemeenten naar de prognoses en het daadwerkelijke gebruik van aangepaste woningen. Volgens Platform31 leveren bestaande prognosemodellen gemeenten hoofdbrekens op. In een aantal gemeenten is zelfs sprake van leegstand, terwijl prognosemodellen juist waarschuwen voor een tekort.
Door veranderingen in de langdurige zorg blijven steeds meer mensen thuis wonen en krijgen gemeenten een belangrijke taak in de huisvesting van deze inwoners. Daarom verkennen veel gemeenten op dit moment de woningmarkt voor mensen in de langdurige zorg. Dat blijkt een lastige taak, omdat prognosemodellen voorbij gaan aan het feit dat woonbehoeftes een dynamisch karakter hebben. De vraagt wordt bijvoorbeeld beïnvloed door het beschikbare aanbod, technologische vooruitgang en maatschappelijke conventies.
Daarnaast geven de prognosemodellen geen inzicht in de vraag naar het aanbod aan wijkvoorzieningen en een zorginfrastructuur zoals een dagbesteding. Deze zorginfrastructuur zien gemeenten echter wel als een belangrijke randvoorwaarde voor hulpbehoevende ouderen om in een buurt te kunnen wonen.
© Nationale Zorggids