Gemeenten hadden tot nu toe nog geen duidelijkheid over het exacte bedrag dat zij zouden krijgen voor de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo). In een schatting uit maart ging het kabinet er nog van uit dat de Wmo 8,8 miljard euro zou gaan kosten. Het verschil van achthonderd miljoen euro komt volgens een woordvoerder van het ministerie doordat er toch iets minder zorgtaken naar de gemeenten gaan dan aanvankelijk gedacht. Daarnaast wordt een deel van de Wmo bekostigd door een eigen bijdrage die gebruikers van zorg betalen.

Gemeenten worden vanaf volgend jaar verantwoordelijk voor een deel van de langdurige zorg, arbeidsparticipatie en jeugdzorg. Die decentralisatie gaat gepaard met flinke bezuinigingen. In totaal wordt op de Wmo zo'n anderhalf miljard euro bezuinigd.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) stelde eerder deze week dat het voor het merendeel van de gemeenten nu niet duidelijk is aan wie zij precies zorg en ondersteuning moeten bieden. Dat kan volgens het SCP gevaren opleveren als gemeenten volgend jaar verantwoordelijk worden voor nog meer zorgtaken. Eerder deze maand betwijfelde ook de Algemene Rekenkamer al of de decentralisaties volgend jaar haalbaar en verantwoord zijn.

Van Rijn maakte eerder op de dag al bekend dat gemeenten voor de jeugdzorg 3,9 miljard euro krijgen. Het budget voor de jeugdzorg, dat losstaat van de Wmo, is daarmee 330 miljoen euro hoger dan in december vorig jaar werd voorzien.