AMSTERDAM - Uit onderzoek naar de werking van diepe hersenstimulatie (DBS) bij Parkinsonpatiënten blijkt dat een nieuwe methode, waarbij een ander gedeelte van de hersenen wordt gestimuleerd dan gewoonlijk, minder effectief is dan gedacht. Dit meldt het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam.
Hersenstimulatie wordt al langer gebruikt om symptomen van de ziekte van Parkinson zoals stijfheid en trillen te onderdrukken. Hierbij worden elektroden diep in de hersenen geplaatst en wordt een bepaalde hersenkern gestimuleerd. De stimulatie kan echter ook nadelige effecten hebben op gedrag, stemming of cognitie.
In recente onderzoeken is in plaats van de nucleus subthalamicus als alternatief de globus pallidus gestimuleerd. Dit hersengedeelte controleert ook de bewegingen, maar ligt verder van cognitieve hersenbanen. Uit meerdere studies bleek de afgelopen jaren echter dat het stimuleren van de globus pallidus minder effect is dan gedacht en dat het stimuleren van de nucleus subthalamicus de voorkeur heeft. Verder onderzoek is echter nog nodig.
© Nationale Zorggids / Florian Kersten