Sinds 5 jaar werkt de geboortezorg in Nederland met een integrale bekostiging. Maar uit onderzoek van het RIVM blijkt dat de effecten ervan (nog) nauwelijks merkbaar zijn. Mede doordat deze lastig te meten zijn wegens een gebrek aan kennis. Er zijn minimale verschillen in zorggebruik en de zorguitgaven zijn licht gedaald. Ook zijn er geen veranderingen te zien in de gezondheid van moeder en kind. De betrokken organisaties hebben meer inzicht nodig in de lokale problemen en welke maatregelen het meest effectief zijn om de zorg te verbeteren, in combinatie met de integrale bekostiging. Wel vinden ze dat de samenwerking in 5 jaar tijd is verbeterd, meldt het RIVM.
Het doel van de integrale bekostiging van de geboortezorg is om de samenwerking tussen zorgprofessionals te verbeteren, met als gevolg dat de kwaliteit van de geboortezorg verbeterd. In zes regio’s zijn in 2017 samenwerkingsorganisaties opgezet, ofwel integrale geboortezorgorganisaties (igo's). Verloskundigen, gynaecologen, kraamzorg en andere betrokkenen kunnen de zorg zo beter met elkaar afstemmen.
Onduidelijkheid over toekomst van integrale bekostiging
Tenminste, dat was de bedoeling. Het meten van de effecten blijkt lastig, gezien het gebrek aan kennis en de onduidelijkheid over de toekomst van de integrale bekostiging. Soms wachten igo’s daarom met het invoeren van nieuwe maatregelen. Programma’s als Kansrijke Start, die náást de igo’s werken, verbeteren de samenwerking ook al. Het RIVM concludeert dat deze combinatie van factoren het lastig maakt om het directe effect van de bekostiging op de gezondheid van moeders en kinderen in de igo’s te beoordelen.
Advies RIVM
Igo’s worden betaald vanuit de integrale bekostiging, losse organisaties niet. De samenwerkende organisaties krijgen een bedrag voor het hele traject van de zwangerschap en de geboorte. Sinds 2023 is de integrale bekostiging onderdeel van de reguliere bekostiging, waardoor regio’s zelf kunnen kiezen met welke bekostigingsvorm zij werken. Advies van het RIVM is om samen de lokale problemen beter in kaart te brengen. Ook wil het RIVM helpen door hen te informeren over bestaande effectieve interventies. Hierdoor krijgen igo’s meer ruimte om de samenwerking en kwaliteit van de geboortezorg te verbeteren.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky