Kraamzorgorganisaties zien het steeds vaker gebeuren dat gezinnen met lage inkomens minder uren kraamzorg aanvragen vanwege de hoge eigen bijdrage. Branchevereniging Bo geboortezorg maakt zich hier zorgen om, want minder kraamzorg kan leiden tot hogere zorgkosten en meer zorgvragen in het eerste jaar. De brancheorganisatie pleit voor afschaffing van de eigen bijdrage zodat kraamzorg toegankelijk is voor iedereen. Dit meldt het Algemeen Dagblad.
Alle pas bevallen vrouwen hebben recht op kraamzorg. Deze vorm van zorg zit in het basispakket, maar vraagt wel een eigen bijdrage. Het grootste deel van de vrouwen die minder kraamzorg afnemen, zijn lager opgeleid, hebben een lager inkomen of eigen vermogen, zijn niet in het bezit van een eigen huis of wonen in een achterstandswijk. Daarnaast blijkt afname van kraamzorg ook leeftijdsafhankelijk: jongere vrouwen en vrouwen die pas op latere leeftijd bevallen, nemen minder kraamzorg af. Net als alleenstaanden of vrouwen met een migratieachtergrond.
Eigen bijdrage kraamzorg
Nieuwe gezinnen hebben recht op 49 uur kraamzorg, maar steeds vaker vragen ze het minimale aantal aan: 24 uur kraamzorg. In 2019 vroeg 8,5 procent van de nieuwe gezinnen nog 24 uur zorg aan en vorig jaar liep dat op naar 11,2 procent. Er wordt lang niet altijd geregistreerd waarom gezinnen minder of helemaal geen kraamzorg aanvragen, maar volgens Bo Geboortezorg horen kraamverzorgenden regelmatig dat de eigen bijdrage de reden is dat ouders zo min mogelijk kraamzorg afnemen. “Je wilt wel luiers en voeding voor je baby kunnen kopen en als je weinig te besteden hebt, gaat dat toch voor”, zegt Margo van Heerbeek van Bo Geboortezorg.
Een gezin dat 49 uur kraamzorg afneemt betaalt hier in totaal 235,50 euro voor. Voor 24 uur betalen gezinnen 115,20. Het uurtarief van 4,80 is voor iedereen hetzelfde, maar soms krijgen mensen met een inkomen onder het minimum geld van de gemeente om toch het maximale aantal uren te kunnen afnemen.
Aanvullende hulp
Onderzoek van het Erasmus MC toont het belang van kraamzorg aan. Kraamverzorgenden komen een week lang bij een gezin langs en kunnen goed signaleren of er sprake is van problemen. Niet alleen fysieke problemen, maar ook psychische problemen, drugsgebruik of financiële druk. Door hierover met het gezin te spreken, kunnen zij tijdig aanvullende hulp regelen. Kraamverzorgenden die slechts drie uur per dag bij een gezin zijn, hebben veel minder tijd om dit soort zaken te zien en zijn in plaats daarvan enkel bezig met hun noodzakelijk taken zoals het wegen van het kindje, de temperatuur opmeten, de kleur van de baby te controleren en natuurlijk gezondheidscontroles te doen bij de moeder.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky