Uit onderzoek van Sanne Gordijn van het UMCG en Wessel Ganzevoort van Amsterdam UMC blijkt dat vrouwen na een ruggenprik vaker een spoedbevalling moeten ondergaan vanwege mogelijk zuurstoftekort bij de baby. Het gaat om drie keer zoveel spoedbevallingen ten opzichte van bevallingen zonder pijnstilling. Dit meldt het UMCG.
Ook naast andere vormen van pijnstilling, springt de ruggenprik er bovenuit. “In vergelijking met bevallingen met andere vormen van pijnstilling, hadden vrouwen na een ruggenprik bijna twee keer zo vaak een spoedbevalling”, zegt Gordijn. Zij en haar Amsterdamse collega deden twee studies en beide hadden dezelfde conclusie: na een ruggenprik is er een aanzienlijk hoger risico op een spoedbevalling via een keizersnede vanwege vermoedens van zuurstoftekort bij de baby.
Verlaagde bloeddruk
Gordijn verklaart dit door een van de bijwerkingen van de ruggenprik: een lagere bloeddruk. Dit kan namelijk ook de doorbloeding van de placenta verminderen, wat leidt tot minder zuurstof voor de baby. Het vermoeden is dan ook dat de verminderde doorbloeding van de placenta een verklaring is voor het aantal spoedbevallingen na een ruggenprik. Volgens de gynaecoloog heeft de grootte van de baby ook invloed. “Hoe kleiner de baby is hoe groter de kans dat de moederkoek al niet optimaal werkt, hoe groter de kans op zo’n spoedbevalling vanwege het vermoeden op zuurstoftekort.”
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky