Uit onderzoek van het Amsterdam UMC blijkt dat het ontbreekt aan voldoende psychosociale steun aan ouders die een kind krijgen met behulp van een spermadonor. In de opvoeding hebben ze eigenlijk professionele hulp of lotgenotencontact nodig, zodat ze bijvoorbeeld hun zorgen kunnen delen over hoe ze hun kind vertellen hoe ze zijn geboren. Dit meldt De Stentor.
Vaders en moeders van donorkinderen hebben na de geboorte van hun kind veel vragen, onder meer over het omgaan met de afkomst van het kindje, de genetische band en op welke leeftijd een kind dit zou moeten weten. Meer dan de helft van de 191 ondervraagde ouders zou hiervoor graag professionele hulp ontvangen. Evenveel ouders zouden graag meer contact willen hebben met lotgenoten, bijvoorbeeld om te leren hoe zij het aanpakten en hoe hun omgeving ermee omging. Lotgenotencontact wordt veelal georganiseerd door alleenstaande moeders of lesbische stellen, blijkt uit het onderzoek.
Psychosociale problemen
Zonder hulp of lotgenotencontact, hebben ouders vaker last van psychosociale klachten als angst en somberheid. Vruchtbaarheidsadviseur Anne Schrijvers: “Kinderen zijn loyaal aan hun ouders: genetische ouders en ouders die ze opvoeden. Het belangrijkste voor een kind is dat ze liefde voor iedereen mogen voelen en dat iedereen erbij hoort: ook de donor.” Ouders met vragen kunnen terecht op het platform donorconceptie.nl, een initiatief van Stichting Donorkind, Stichting Meer dan Gewenst en de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG). Voor professionele hulp kunnen ze contact zoeken met hun fertiliteitskliniek of -afdeling en daar een gesprek met hun vruchtbaarheidsadviseur aanvragen.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky