De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft tien geboortepraktijken en echocentra gemaand te stoppen met het afnemen van bloed van zwangere vrouwen voor prenatale screening op erfelijke en aangeboren afwijkingen door een Belgisch bedrijf. Ze moeten hiermee stoppen omdat het buiten de verleende vergunning valt. Het Belgische bedrijf screent op veel meer genetische afwijkingen dan in Nederland is toegestaan, en bepaalt ook het geslacht van de foetus. Deze alternatieve screening laat ook goede informatievoorziening, begeleiding en nazorg na. Dit meldt IGJ.
De praktijken werken onder de vergunningen van regionale centra voor prenatale screening. Ze nemen bloed af voor de in Nederland gebruikelijke NIPT-test. Dat mogen de praktijken blijven doen.
Bij de NIPT-test wordt bloed afgenomen van de zwangere vrouw, met daarin dna van de moederkoek. Bijna altijd is dat dna gelijk aan dat van de foetus. Het dna wordt gescreend op down-, edwards- en patausyndroom. Sinds oktober 2021 is een NIPT-test ook mogelijk voor vrouwen zonder een burgerservicenummer of zonder een Nederlandse zorgverzekering.
Vergunning verplicht
De regionale centra voor prenatale screening hebben voor de NIPT-test vergunningen. De geboortepraktijken en echocentra die het bloed voor de NIPT-test afnemen, werken onder deze vergunningen. Maar ze mogen geen bloed afnemen voor een bredere prenatale screening, zoals voor het Belgische bedrijf. Dan overtreden ze de Wet bijzondere medische verrichtingen (Wbmv). Daarop staat een boete van maximaal 33.500 euro.
Inmiddels hebben vijf van de tien praktijken laten weten gestopt te zijn met hun verboden activiteiten. De Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) adviseert zwangere vrouwen ook geen gebruik te maken van alternatieve prenatale screening die in Nederland niet is toegestaan.
Door: Nationale Zorggids