Om de belangen van kinderen die verwerkt worden met een zaad- of eiceldonor beter te kunnen behartigen, zou de rechter bij de afwikkeling van eventuele geschillen een bijzondere curator moeten kunnen toewijzen die de belangen van het nog niet ontstane kind behartigt. Dat concludeert promovenda Janine Ruis van Tilburg University. Ze pleit er ook voor om het voor de donor en de wensouder(s) mogelijk te maken voorwaarden te stellen aan de donatie, als deze in het belang zijn van het donorkind en deze het uiteindelijke contact tussen donor of wensouder en het donorkind zullen bevorderen. Dit meldt Tilburg University.
Rechtswetenschapper Janine Ruis onderzocht of er extra grenzen gesteld moeten worden aan geslachtsceldonatie en kunstmatige donorbevruchting in het belang van het donorkind. Het toekomstige kind neemt juridisch gezien een bijzondere positie in, omdat het nog niet bestaat op het moment van de kunstmatige donorbevruchting, maar het kind daarmee wel op latere leeftijd kan worden geconfronteerd. De belangen van het toekomstige donorkind zouden daarom ook vóór en bij de uitvoering van de kunstmatige bevruchting goed beschermd moeten worden.
Bovendien zijn bij de uitvoering van kunstmatige donorbevruchting ook de belangen betrokken van de wensouder(s), de donor, de zorgverlener en het algemeen belang, dat is vertegenwoordigd door de staat. Dat kan eventuele geschillen complex maken.
Gezondheid, privé- en gezinsleven, veiligheid
Voor het onderzoek verdiepte Ruis zich in voorbeelden uit de rechtsstelsels op dit punt van België, Denemarken, Duitsland, Engeland, Frankrijk, Italië, Spanje, Zweden en de Verenigde Staten. Zij keek daarbij naar de bescherming van het kind vanuit het oogpunt van een goede gezondheid, privé- en gezinsleven en veiligheid.
De goede gezondheid van het donorkind is gebaat bij een beoordeling van de geschiktheid van donor én wensouder vooraf. In het bijzonder op de aanwezigheid van overdraagbare ziektes en/of aandoeningen. Om het privé- en gezinsleven te bevorderen zou het donorkind eenvoudig moeten kunnen achterhalen wie de ouder(s) en de donor zijn. Ook moet het mogelijk zijn om de halfbroers- en zussen van dezelfde donor te achterhalen, pleit Ruis. Tot slot wil ze dat de veiligheid van het kind beschermd wordt door vóór het ontstaan van het kind goed na te gaan of het naar verwachting in goede omstandigheden kan opgroeien.
Door: Nationale Zorggids