Baby’s bij wie tijdens de 20-wekenecho een gat in het middenrif is gevonden, hebben grotere overlevingskansen als ze eraan geopereerd worden terwijl ze zich nog in de baarmoeder bevinden. Foetussen die in de baarmoeder een operatie aan hun hernia diafragmatica ondergingen hebben een grotere overlevingskans dan baby’s die na de ingreep na de geboorte ondergaan. De overlevingskansen stijgen hierdoor van 15 procent naar 40 procent. Dit meldt Erasmus MC.
Het gat in het middenrif zorgt ervoor dat buikorganen op de longen kunnen drukken. De longen blijven daardoor onderontwikkeld. De ingreep in de baarmoeder houdt in dat chirurgen een kleine ballon in de luchtpijp van de foetus plaatsen. Longvocht hoopt zich zo op in de longen, wat voor een verhoogde druk en dus stimulans voor groei van de longen zorgt.
De kijkoperatie vindt plaats tussen 27 en 30 weken van de zwangerschap en wordt er na maximaal 6 weken weer uitgehaald. Toch is het kindje dan nog niet klaar. Na de geboorte vindt nog een ingreep plaats, omdat het gat in het middenrif nog dicht moet. Naar verwachting zullen jaarlijks zo’n vijftig kinderen deze ingrepen ondergaan.
Aanvulling op intensieve behandeling na geboorte
“Voor kinderen met een ernstige hernia diafragmatica is dit een belangrijke stap in het verbeteren van de uitkomsten na de geboorte. Het behandeltraject bij deze kinderen begint nu al in de zwangerschap en is dus een aanvulling op de intensieve behandeling die na de geboorte nodig is”, aldus gynaecoloog-perinatoloog Philip DeKonick.
De behandeling is op dit moment nog niet beschikbaar in Nederland, maar dankzij dit onderzoek gaat het Erasmus MC Sophia deze wel aanbieden.
Door: Nationale Zorggids