Het ministerie van Financiën denkt deze maand nog maximaal 3.000 gedupeerde ouders van de toeslagenaffaire hun compensatie uit te betalen. Dat schrijft staatssecretaris Alexandra van Huffelen in een brief aan de Tweede Kamer.
Alle gedupeerde ouders krijgen ten minste 30.000 euro, maakte het kabinet eind vorig jaar bekend. Tot dusver zijn er 18.000 gedupeerden in beeld, daarvan kregen er 470 vorige maand het geld overgemaakt. Van Huffelen denkt 17 februari 500 tot 1000 ouders uit te betalen, en op 25 februari 1500 tot 2000.
In maart en april volgen er nog vier betaalmomenten: 9 maart, 24 maart, 12 april en 22 april. Iedere gedupeerde die zich voor 15 februari meldt, moet in principe voor 1 mei het geld op de rekening hebben.
Ongeldige aanvragen
Van Huffelen kan niet direct meer betekenen voor ex-partners. De 30.000 euro wordt per huishouden betaald, maar dat kan problemen opleveren na bijvoorbeeld een scheiding. De staatssecretaris vindt dat ex-partners van tevoren moeten worden ingelicht dat zij ook recht hebben op een deel van het geld, maar het zou nu te veel werk zijn om uit te voeren. Daardoor zou het mogelijk niet lukken om voor 1 mei iedereen uit te betalen. Ze roept ouders op gezamenlijk tot een verdeling van het geld te komen.
De staatssecretaris gaat ervan uit dat ook mensen geld krijgen zonder dat ze daar recht op hebben. Volgens huidige steekproeven kan dat aantal oplopen tot 10 procent van de totale uitbetalingen. Dit risico accepteert Van Huffelen, omdat ze het belangrijker vindt zo veel mogelijk ouders snel te helpen dan onrechtmatige uitbetalingen volledig te voorkomen.
Er zijn inmiddels ook flink wat ongeldige aanvragen ingediend. Een vijfde van de aanvragen waren onterecht, bijvoorbeeld omdat de aanvrager niet eerder kinderopvangtoeslag ontving of zelfs helemaal geen kinderen heeft. Als niet direct duidelijk is of ouders recht hebben op 30.000 euro, wordt contact met ze gezocht en komt er verder onderzoek. Als dan toch blijkt dat de 30.000 euro terecht is, wordt deze zo snel mogelijk uitbetaald, schrijft Van Huffelen.
Door: ANP